Ieder jaar in de loop van november, wanneer de bladeren gevallen zijn en de bomen in rusttoestand zijn, breekt de snoeiperiode aan. Deze periode loopt tot eind maart.
Waarom snoeien?
Om appelen en peren van goede kwaliteit te telen is het belangrijk dat de bomen ieder jaar gesnoeid worden. Dit bevordert de gezondheid van de boom en de vrucht. De bomen worden ook terug in een goede vorm gesnoeid wat ervoor zorgt dat de zon en de wind tot overal in de boom goed kan doordringen.
Wanneer welke bomen snoeien?
Appelbomen worden in de periode december – maart gesnoeid, perenbomen in de periode januari – maart. Jonge bomen, tot 4 a 5 jaar, worden als laatste gesnoeid. De kans op vorstschade bij jonge bomen is namelijk veel hoger.
Wanneer het vriest overdag wordt er niet gesnoeid. Het wondweefsel kan dan niet goed en voldoende snel dicht groeien. Het best wordt er gesnoeid bij droog weer. Bij regenweer blijven snoeiwonden langer vochtig en deze zijn erg vatbaar voor infecties.
Hoe wordt er gesnoeid?
De bovenzijde van de bomen wordt vanop een rijdende stelling gesnoeid.
De boom wordt in een “spilvorm” (kerstboom vorm) gesnoeid. Een typische goede laagstam appel- of perenboom bestaat uit 1 “hart” tak (stam) en meerdere “gestel” takken (zijtakken) met aan deze gesteltakken de vruchttakken.
Kleine takjes die onderaan op de stam groeien worden weggesnoeid. Deze kosten onnodig energie voor de boom. Dood of ziek hout wordt weggesnoeid.
Takken die elkaar kruisen of schuren worden weggesnoeid en te dikke takken hoog in de boom worden ook weggesnoeid. Takken mogen niet te dicht bij elkaar staan, dit weer om ervoor te zorgen dat het zonlicht en de wind goed bij alle takken kan.
Een scherpe snoeischaar is belangrijk. Dit zorgt ervoor dat de ingekorte tak zo min mogelijk verwond wordt.
Wanneer een gedeelte van een tak weggesnoeid wordt, gebeurt dit boven minstens 1 “oog”. Een “oog” is een knop waar later weer een uitloper op komt en zich een nieuwe tak vormt. Dit oog staat best aan de buitenzijde van de tak zodat de nieuwe twijg/tak van de boom afwijst en bijgevolg de zon en de wind goed tot diep in de boom kunnen doordringen.
Naar binnen groeiende twijgen worden om dezelfde reden ook weggesnoeid.
Laat een reactie achter